Tablet XIV, supplement. Atlantis

Tablet XIV
Supplement


Atlantis.


Luister, Oh Lieverd, naar de Diep Verborgen Wijsheid,
Verloren voor de Wereld sinds de Tijd van de Inwoners,
Verloren en Vergeten door de Mens in deze Eeuw.

Weet je dat de Aarde een Portaal is,
Bewaakt door de Krachten onbekend aan de Mens.
Nu, de Donkere Heren verbergen de Ingang
Die leidt naar de HEMEL-Geboren Land.
Weet je, dat de Weg naar de Sferen van ARULU
Bewaakt wordt door Barrières en alleen geopend kunnen worden door de Licht-Geborene Mens.

Op de Aarde, ben ik de Hoeder van de Sleutels
Naar de Poorten van het Heilige Land.
Beveel ik, de Krachten voorbij mij,
Om de Sleutels te geven aan de Wereld van de Mens.

Voor ik vertrek, geef ik de Geheimen van
Hoe je jezelf kan verheffen boven de Banden van het Donker,
Gegoten in de Belemmeringen van het Vlees die je heeft gebonden
Stijg op van het Donker in het Licht.

Weet je, de Ziel moet gezuiverd zijn van zijn Donker,
Voordat je mag binnentreden de Poorten van Licht.
Zo, vestigde ik onder u de Mysteriën
Zodat de Geheimen altijd gevonden kunnen worden.

Doch de Mens kan vallen in het Donker,
Immer zal het Licht schijnen als een Baken.
Verborgen in het Donker, gehuld in Symbolen,
immer de Weg naar de Poorten gevonden worden.
De Mens in de Toekomst zal de Mysteriën ontkennen
Maar de Zoeker zal altijd de Weg vinden.

Nu beveel ik je mijn Geheimen te Handhaven
En alleen te geven aan hen die je hebt getest,
Zodat het Zuivere niet zal worden beschadigd,
Zodat de kracht van de WAARHEID mag heersen.

Luister Nu naar het onthullen van de Mysterie.
Luister nar de Symbolen van het Mysterie dat ik geef.
Maak het je Religie en alleen dan zal de Essentie heersen.

Er zijn twee gebieden tussen
Dit leven en de Grote Ene,
Voor de Zielen
Die van deze Aarde vertrekken;
Duat, het Huis van de Krachten van Illusie;
Sekhet Hetspet, het Huis van de Goden.
Osiris, het Symbool van de Bewaker van de Poort,
Hij die de Zielen terugstuurt, onwaardig aan de mens.


Verder ligt een Sfeer van de HEMEL-Geboren-Krachten,
Arulu, het Land waar de GROTE ENE zijn overgegaan.
Daar, wanner mijn werk rond de mens klaar is,
Zal ik mij aansluiten bij de GROTE-ENE van mijn Oude Thuis.

Zeven zijn de Huizen van de Heren van het Huis van de Machtige;
Drie bewaken de Poort van elk Huis voor het Donker;
Vijftien Wegen leiden naar Duat.
Twaalf zijn de Huizen van de Heren van Illusie,
Kijkend naar Vier wegen, ieder verschillend.

Veertig en Twee zijn de Grote Krachten,
Oordelend over de Doden, die de Poort zoeken.
Vier zijn de Zonen van Horus,
Twee zijn de Bewakers van Oost en West van Isis,
De Moeder die pleit voor haar kinderen, Koningin van de Maan,
Reflecterend de ZON.

Ba is de Essentie, immer:levend.
Ka is de Schaduw die de Mens kent als Leven.
Ba komt niet totdat Ka is geïncarneerd.
Dit zijn de Mysteriën om door de Eeuwen te bewaren.

Sleutels zijn zij van Leven en van Dood.
Hoor nu van het Mysterie der Mysteriën:
Leer van de Cirkel zonder Begin en zonder Einde,
De vorm van Hem die EEN is en in AL.
Luister goed, ga verder en pas het toe,
Zo zal je reizen de weg die ik ga.

Mysterie in Mysterie,
Maar helder voor de Licht-Geborene,
Het Geheim van Al heb ik ontsluierd.
Ik verklaar het Geheim aan de Ingewijde,
Maar laat de deur geheel gesloten voor de ongelovige.

Drie is het Mysterie, komend van de Grote Ene.
Hoor, en Licht zal op je neerdalen.

In het ongerepte, bestaan Drie Eenheden.
Buiten deze kan Niets bestaan.
Zij zijn het Evenwicht, de Bron van de SCHEPPING:
ÉÉN GOD, ÉÉN WAARHEID, ÉÉN PUNT VAN VRIJHEID.

DRIE komt voort uit de BALANS:
ALLE LEVEN, ALLE WAARHEID EN ALLE KRACHT.

DRIE zijn de KENMERKEN van God in zijn LICHT-HUIS:
ONEINDIGE KRACHT, ONEINDIGE WIJSHEID, ONEINDIGE LIEFDE.

DRIE zijn de KRACHTEN gegeven aan de MEESTERS:
Het KWAAD te Transformeren
Het GOEDE bij te staan
Het ONDERSCHEID te kunnen maken.

DRIE zijn de Onvermijdelijke Dingen voor GOD om te presteren:
Het schept KRACHT, WIJSHEID EN LIEFDE.

DRIE zijn de KRACHTEN scheppende alle DINGEN:
GODDELIJKE LIEFDE die door Perfecte Kennis wordt bezeten,
GODDELIJKE WIJSHEID wetende van wat al het mogelijke betekend,
GODDELIJKE KRACHT bezittende door de Verbinding naar
GODDELIJKE LIEFDE EN WIJSHEID.

DRIE zijn de Cirkels van het Bestaan:
De Cirkel van Licht waar de inwoner niets is dan GOD,
En alleen GOD kan dan doorheen reizen;
De Cirkel van Chaos waar alle Dingen
Natuurlijk verrijzen vanuit de Dood;
De Cirkel van Bewustzijn waar alle Dingen ontspruiten aan het Leven.

Alle Dingen zijn de DRIE staten van bestaan:
Chaos of Dood, Vrijheid in de Mensheid, en Hemelse Hemel.

Drie benodigdheden controleren alle dingen
Beginnend in de Grote Diepte, de Cirkel van Chaos,
Overvloed in de Hemel.

DRIE zijn de wegen van de ZIEL:
Mens, Vrijheid, Licht.

DRIE zijn de hindernissen:
LUIHEID om Kennis te verkrijgen;
Niet gebonden zijn aan GOD, gebondenheid aan het Kwaad.
In de mens, zijn de DRIE aanwezig.
DRIE zijn de Koningen van de innerlijke kracht.
DRIE zijn de Kamers van de Mysteriën,
Gevonden en nog niet gevonden in het lichaam van de mens.

Hoor nu, van hem die Vrij is,
Vrij van de Banden van leven naar het Licht.
Wetend dat de Bron van alle werelden zich zullen openen.
Zelfs de Poorten van ARULU zullen niet gesloten zijn.
Snel, Oh Lieverd, wie wil niet naar de Hemel.
Als je niet waardig bent,
Val dan liever in het vuur.
Ken je de HEMELSE doorgang van de ZUIVERE VLAM.
Bij iedere overwinning van de Hemelen,
Zal je Baden in de FONTEINEN VAN LICHT.

Luister, oh Lieverd, naar dit Mysterie:
Lang, heel lang geleden, voor de Mens-Geborene,
Woonde ik in het Oude Atlantis.
Daar in de Tempel,
Dronk ik van de Wijsheid,
Schenkend als een Fontein van Licht
van de Inwoner.

Geef de Sleutel om over te gaan naar
De Aanwezigheid van Licht in de Grote Wereld.
Zo stond ik voor de Heilige Ene
Gekroond door de Bloem van het Vuur.
Gesluierd was hij door de Bliksem van het Donker,
Anders kon mijn ZIEL door zijn HEILIGHEID worden vernietigd.

Voorts kwam van de voet van zijn Troon als een Diamant,
Naar voren gerold Vier stromen van Vlammen vanaf zijn voeten,
Rollend door de Kanalen van de Wolken naar de Wereld van de Mens.
Gevuld was de Hal met Geesten van de Hemel.
Wonder der Wonderen was het Sterren Paleis.

Boven in de Lucht, als een Regenboog van Vuur en Zonlicht,
Waren de Geesten gevormd.
Zongen zij de GLORIE voor de Heilige Ene.
Dan vanuit het midden van het Vuur kwam een Stem:
Behoudt de GLORIE van de eerste oorzaak.
Ik zag het Licht, hoog boven alle Donker,
Reflecterend in mijn eigen Wezen.
Ik bereikte, zoals het was, de God van Alle Goden,
De GEEST-ZON, het ZUIVERE van de ZON-SFEREN.

Daar is EEN, ZELFS DE EERSTE,
Hij die heeft, geen begin,
Hij die heeft, geen einde;
Hij die heeft gemaakt, alle dingen,
Hij die regeert over alles,
Hij die is goed,
Hij die is het rechtvaardig,
Hij die het licht ontsteekt
Hij die ondersteunt.

Dan van de Troon, kwam een grote Straal
Omringde en trok omhoog mijn Ziel door zijn Kracht.
Zachtjes bewoog ik door de Ruimten van de Hemel,
Getoond werd aan mij de Mysterie der Mysteriën,
Getoond werd het Geheime Hart van de Kosmos.

Gedragen werd ik naar het land van Arulu,
En stond ik voor de Heren in hun Huizen.

Openden zij de Poort zodat ik een glimp
Opving van de Ongerepte Chaos.
Huiverende mijn Ziel voor het Visioen van Verschrikking,
Trok mijn Ziel zich terug voor de Oceaan van het Donker.
Toen zag ik de het waarom van het bewaken,
Toen zag ik de behoefte van de Heren van ARULU.

Alleen Zij met hun Oneindige Balans konden
Staan aan de weg van de Instromende Chaos.
Alleen zij konden Bewaken GOD’s SCHEPPING.
Toen passeerde ik de Cirkel van ACHT.
Zag ik alle Zielen die hadden overwonnen het Donker.
Zag ik de Overvloed van Licht waar zij Wonen.

Verlangde ik om mijn plaats in te nemen, daar in hun Cirkel,
Maar verlangde ook naar de WEG die ik had gekozen,
Van toen, ik stond in de Hallen van Amenti
En mijn keuze maakte het werk te doen dat ik wilde.

Passeerde ik de Hallen van Arulu
Beneden in de Aarde-Ruimte waar mijn Lichaam lag.
Verrees ik van de Aarde waar ik rustte.
Zo stond ik voor de Inwoner.

Gaf mijn Belofte om van mijn Grote Recht afstand te doen
totdat mijn werk op AARDE voltooid was,
totdat de EEUW van het Donker is vergaan.

Luister, Oh lieverd, naar de woorden die ik je geef.
In hen zul je vinden de Essentie van Leven.
Voor ik vertrek naar de Hallen van Amenti,
Zal ik je vertellen, van het Geheim der Geheimen,
Hoe, ook jij mag verschijnen in het Licht.

Bewaar en bewaak ze, verberg ze in Symbolen,
Zodat de ongelovige zal lachen en afstand doen.
In elk land, vorm je Mysteriën.
Maak de Weg moeilijk voor de zoeker te volgen.

Zo zullen de Zwakke en de Wankele worden geweigerd.
Zo zullen de Geheimen verborgen en bewaakt zijn,
Gehouden tot de tijd wanneer het Wiel zal worden gedraaid.

Door de Donkere Eeuwen, wachtend en kijkend,
Mijn Geest zal bestaan in het Diep Verborgen Land.
Wanneer je alle sporen van mogelijkheden hebt gepasseerd,
Roep me dan bij je voor de Sleutel die je hebt.

Dan zal ik, de Ingewijde, antwoorden,
Komend van de Hallen van de Goden in Amenti.
Dan zal ik ontvangen de Ingewijde,
en hem de Kracht en de Woorden geven.

Luister, Herinner, deze woorden van waarschuwing:
Breng niet iemand die heeft
Geen Wijsheid,
Onzuiver in zijn hart is
of Zwak in zijn Doel.
Want dan zal ik jou de Kracht ontnemen om mij te roepen
Van mijn plaats waar ik slaap.

Luister, Herinner, deze woorden en waarschuwing:
Breng niet naar mij iemand die
Geen Wijsheid heeft,
Onzuiver in zijn hart is
Of Zwak in zijn Doel.
Want anders zal ik jou de Kracht ontnemen om mij te roepen
Van mijn plaats waar ik slaap.

Nu ga je verder en roep je Broeders
Zodat ik kan deelnemen aan de Wijsheid van licht
Op jouw pad wanneer mijn verschijning is verdwenen.

Kom naar de kamer bij mijn tempel.
Eet geen eten totdat drie dagen voorbij zijn.

Daar wil ik je geven de Essentie van Wijsheid
Zodat met kracht je kan Schijnen onder de Mens.
Daar zal ik je geven voor jou het geheim,
Zodat je kan opstijgen naar de Hemelen, God-Mens in Waarheid
Zoals je in Essentie bent.

Vertrek nu en verlaat me
terwijl ik hen roep
Zij die weten en zij die nog niet weten.